Cyberseks

Wat is cyberseks?

Cyberseks is seks via het internet. Het lijkt een beetje op telefoonseks, maar het verschil is dat het via het toetsenbord gaat en je elkaars stem niet kunt horen. Cyberseks vindt bijna altijd plaats tussen mensen die elkaar nooit hebben ontmoet en dat vaak ook zo willen houden. Het is puur voor de ‘kick’. Er zijn verschillende vormen van cyberseks. Je kunt elkaar bijvoorbeeld verhalen of fantasieën vertellen. Maar je kan ook een vrijpartij nadoen via de chatbox. Je vertelt wat je doet of wat de ander moet doen, en wat je voelt. Sommige mensen gebruiken een webcam, zodat ze elkaar kunnen zien, of wisselen foto’s uit.

 

Jongeren en cyberseks

Een kwart van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar doet aan cyberseks. Ze vinden het leuk om te flirten en experimenteren met seksueel gedrag op internet. Over het algemeen kunnen ze heel goed omgaan ongewenst gedrag. We kunnen bijna spreken over een seksuele revolutie op het internet, vergelijkbaar met de seksuele revolutie van de vorige eeuw.

 

Risico’s

Het kan voorkomen dat degene waarmee de leerling chat een programma heeft waarmee hij of zij de webcam beelden op kan slaan. Als de leerling dan seksuele handelingen bij zichzelf verricht wordt dit dus opgeslagen, de leerling is zich hier eigenlijk nooit van bewust. Door het programma worden de beelden dus opgenomen en zo kunnen die beelden worden verspreid als kinderporno. Het is ook mogelijk dat degene aan de andere kant van de lijn de beelden als chantagemiddel gebruikt om af te spreken met de leerling, waarop vaak ontucht plaats vindt. Deze scenario’s vinden vrijwel altijd plaats met een dader die een stuk ouder is dan de leerling.

 

Een leerling kan ook chatten met een leeftijdsgenoot. Maar ook deze kan beschikken over een programma waarmee je de beelden kunt opslaan. Het kan dan ook plaats vinden dat degene de beelden op internet zet, om de leerling te pesten of iets dergelijks.

Nog een risico van cyberseks is dat de leerling, ondanks het geen contact in levende lijve is, zich gedwongen voelt om dingen te doen waar hij of zij nog helemaal niet aan toe is.

 

Wat kun je er tegen doen als leraar?

Als leraar kun je er vrij weinig tegen doen omdat het meeste contact thuis plaats vindt. Wat je wel als leraar kunt doen is er met je klas over praten en voorlichting geven. Ook zou de ouders kunnen voorlichten.